-------------- Eindconcept ----------------

        

 

1 december 2005        Evaluatie HERMEZ

        



Inhoudsopgave

Samenvatting        5

1. Inleiding        

        1.1 Achtergrond        9

        1.2 Hermez in het kort        9

        1.3 Opzet van de evaluatie        13

2. De huidige economische structuur van Amsterdam        

        2.1 Productiestructuur        14

        2.2 Vestigingsklimaat        18

        2.3 Organiserend vermogen        20

3. Veranderingen in de economische structuur verklaard        

        3.1 Determinanten van economische verandering        22

        3.2 Afstemming Hermez-beleid op exogene trends        24

        3.3 Uitwerking per speerpunt        25

4. Conclusies en aanknopingspunten voor toekomstig beleid        

        4.1 Procesmatige uitvoering van Hermez-bijdragen        53

        4.2 Overall oordeel effectiviteit Hermez        54

        4.3 Opmaat naar een nieuw beleid        55

        4.4 Follow-up Hermez als instrument        61

Bijlagen:

SWOT uit Hermez        63

Speerpunten van beleid en projecten voor de periode 2002-2006 in Hermez        65

Stand van zaken van de projecten naar speerpunt         66



Samenvatting

Achtergrond

Hermez is het Beleidsprogramma versterking economische structuur van de gemeente Amsterdam voor de bestuursperiode 2002-2006. Met het oog op het naderende einde van deze bestuursperiode, heeft de gemeenteraad gevraagd om een evaluatie van Hermez. Als uitvoerder van Hermez heeft Economische Zaken/Amsterdam aan dit verzoek gehoor gegeven. In deze samenvatting zijn de belangrijkste resultaten van de evaluatie opgenomen.

Kerncijfers Hermez

Hermez kent in totaal negen speerpunten en heeft betrekking op alle activiteiten van EZ/Amsterdam. Belangrijk onderdeel daarvan is de financiële ondersteuning van projecten, die twee keer per jaar aan het gemeentebestuur worden voorgelegd in zogenaamde Hermez-tranches. In totaal zijn er in de beschouwde periode 144 projecten in het kader van Hermez financieel ondersteund (zie figuur). Hiermee is een bedrag gemoeid van ruim 33,6 miljoen euro.

Figuur 1        Aantal Hermez-projecten per speerpunt (incl. cofinanciering Europese programma’s en handlingskosten)

Procesmatige uitvoering Hermez-bijdragen

EZ/Amsterdam heeft bij aanvang van Hermez aangegeven bij de toekenning van financiële bijdragen aan projecten, een andere rol te willen spelen dan tijdens de uitvoering van het AES II-programma (voorganger van Hermez). Wat betreft een meer regisserende rol van EZ/Amsterdam en meer betrokkenheid van de stadsdelen is dit ook goed gelukt. Zo is bijvoorbeeld ruim een kwart van het totale aantal Hermez-projecten door de stadsdelen gegenereerd. Het tegengaan van de versnippering van de inspanningen van EZ/Amsterdam is niet helemaal gelukt. Het totaal van 33 actiepunten die binnen de negen speerpunten worden onderscheiden, is – zeker als het gaat om het verlenen van financiële bijdragen bij een relatief beperkt budget – te veel. Het lijkt daarom verstandig om in de toekomst de financiële middelen minder te versnipperen en deze in te zetten op een beperkter aantal speerpunten.

Reikwijdte Hermez-evaluatie

Kernvraag van de evaluatie is: in hoeverre heeft Hermez invloed gehad op de veranderingen in de economische structuur van Amsterdam vanaf 2002? Er kunnen een drietal determinanten van verandering worden onderscheiden die een verklaring kunnen geven voor de huidige positie van de Amsterdamse economie. Dit betreft:

  • Structurele trends op internationaal niveau
  • Conjuncturele ontwikkelingen
  • Effecten van Hermez

Zowel structurele trends als conjuncturele ontwikkelingen zijn in belangrijke mate bepalend voor het economische ‘speelveld’ van Amsterdam. Dit betreft factoren die niet of nauwelijks beïnvloedbaar zijn vanuit het lokale beleid, maar wel een belangrijke verklaring kunnen bieden voor de achterliggende ontwikkeling. Dit maakt het meten van de effecten van met Hermez in gang gezette acties lastig. In de evaluatie is dan ook vooral bezien in hoeverre Hermez – op hoofdlijnen – heeft bijgedragen aan het realiseren van de in 2002 geformuleerde kansen en uitdagingen voor Amsterdam.

Effectiviteit van Hermez

Wat betreft de effectiviteit kan worden geconstateerd dat de indirecte effecten van met Hermez in gang gezette acties, in feite belangrijker zijn dan de directe effecten van de relatief kleine projecten die vanuit Hermez financieel ondersteund zijn. Deze indirecte effecten betreffen in de eerste plaats de ‘vliegwielwerking’ die van de Hermez-bijdragen is uitgegaan. Deze bijdragen hebben als hefboom richting marktpartijen gefungeerd om zelf ook te investeren in belangrijke projecten voor de stad. Het bedrag van ruim 33,6 miljoen euro aan toegekende Hermez-bijdragen heeft in totaal ruim 55,3 miljoen euro aan financiering van andere partijen ‘losgemaakt’. Het financiële multipliereffect van de Hermez-bijdragen bedraagt daarmee 1,64. Dat wil zeggen dat elke toegekende Hermez-euro heeft geresulteerd in 1,64 euro financiering door andere partijen.

Een tweede – en misschien nog wel belangrijkere – vorm van indirecte effecten heeft betrekking op de uitstraling die de uitvoering van een economisch beleidsprogramma heeft op relevante actoren binnen de stad. Het gevoel dat er “wat gebeurt in de stad” en de gemeente op dit terrein een actieve rol vervult, is buitengewoon waardevol. Dergelijke ‘imago-effecten’ zijn niet te meten, maar stimuleren bijvoorbeeld derden (marktpartijen, stadsdelen) wel om ook zelf zaken actief op te pakken. In de komende periode is een beleidsprogramma Economische Zaken dan ook zeker nodig.

Terugkijkend op hoofdlijnen is de met Hermez ingeslagen richting op veel terreinen goed geweest. Er is via Hermez bewust ingezet op het versterken van zowel de diversiteit, de samenhang als het profiel van de Amsterdamse economie. Dit is gebeurd aan de hand van een breed spectrum van beleidsinstrumenten, variërend van (lange termijn) visieontwikkeling tot het geven van financiële bijdragen aan concrete projecten. Hiermee is de economische structuur evenwichtiger en minder conjunctuurgevoelig gemaakt. Dit is een belangrijke randvoorwaarde voor het bewerkstelligen van een hogere trendmatige economische groei in de stad. Ook heeft Hermez bijgedragen aan het creëren van zo optimaal mogelijke randvoorwaarden om als stad goed te kunnen inspelen op de continue veranderingen in de economische omgeving.

Succesvolle voorbeelden van Hermez-acties zijn de uitwerking van het city marketing beleid via de ‘I Amsterdam’ campagne, de invulling van het startersbeleid met de Ondernemershuizen en de realisering van kleinschalige bedrijfsruimte in de stad met projecten die (mede) vanuit het Hermez-programma zijn gefinancierd. Daarnaast is er ook op thema’s als kennisinfrastructuur (opzetten Amsterdamse Innovatie Motor) en toerisme en congreswezen (stimuleren van hotelontwikkeling) de afgelopen periode duidelijke vooruitgang geboekt. Natuurlijk zijn er op onderdelen ook zaken minder voorspoedig verlopen. Zo zijn er geen Hermez-projecten gerealiseerd onder het speerpunt ‘relaties met andere overheden’, is de invloed van het economische beleid op het speerpunt bereikbaarheid gering en is het stimuleren van het ICT-gebruik onder MKB-bedrijven lastiger gebleken dan verwacht.

Opmaat naar een nieuw beleid

Hermez zal de komende jaren een vervolg dienen te krijgen. De ‘sense of urgency’ om te blijven investeren in de Amsterdamse economie is immers nog zonder meer aanwezig. Daarbij komen er in het kader van het Grotestedenbeleid (MOP/GSB3) en het landelijke EZ-programma Pieken in de Delta de komende jaren de nodige financiële middelen ter beschikking voor Amsterdam en de regio. Voor de allocatie van deze gelden is dus in ieder geval een nieuw Amsterdams economisch beleidsprogramma met bijbehorende middelen voor cofinanciering nodig.

Wat betreft de keuze van de speerpunten en de wijze waarop dit – in termen van financiële ondersteuning – invulling krijgt, is een koerswijziging wel wenselijk. Gegeven de bestaande beleidskaders en de belangrijke uitdagingen waarmee Amsterdam nu geconfronteerd wordt (toenemende internationale concurrentie, verdere transformatie naar een kenniseconomie) dienen de volgende speerpunten de komende jaren in het EZ-beleid extra aandacht te krijgen:

  • MKB: dienstverlening aan ondernemers en zorgen voor optimale randvoorwaarden voor ondernemen in de stad.
  • Innovatie en kennisinfrastructuur: op een breed front het innovatieve vermogen van de stad vergroten.
  • Toerisme en congreswezen: Amsterdam presenteren als gastvrije stad en profilering als internationaal toeristisch, congres- en leisurecentrum.
  • Bereikbaarheid: verbetering van de interne en externe bereikbaarheid van de stad en versterking van de samenhang tussen Schiphol (behoud van hubfunctie) en de regio.
  • Vestigingsmogelijkheden: bieden van voldoende grootschalige en kleinschalige bedrijfsruimte voor (startende) ondernemers.

Ook het thema arbeidsmarkt zal in de komende periode nadrukkelijk een plaats krijgen in het EZ-beleid van de gemeente Amsterdam. De uitwerking hiervan zal na de evaluatie van het Ruim baan programma (begin 2006) concreter worden ingevuld.

Naast een andere inhoudelijke invulling van het economische beleidsprogramma, is ook een nieuwe procesmatige uitwerking hiervan gewenst. Dit betreft dan de wijze waarop EZ financiële middelen toebedeeld aan relevante projecten. Ook het nieuwe programma blijft namelijk bedoeld voor het geven van impulsen aan het versterken van de Amsterdamse economie. De uitwerking daarvan zal gebeuren aan de hand van de volgende uitgangspunten:

  • Van subsidie-instrument naar meer opdrachtverlening en aanbesteding
  • Meer programmatische betrokkenheid van de stadsdelen
  • Betere benutting van nationale en Europese middelen



1.        Inleiding

1.1        Achtergrond

Hermez is het Beleidsprogramma versterking economische structuur van de gemeente Amsterdam voor de bestuursperiode 2002-2006. Dit beleidsprogramma is op 28 mei 2003 door de Gemeenteraad vastgesteld. Het einde van deze bestuursperiode nadert en met het oog op de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen, begin volgende jaar, heeft de Raad gevraagd om een evaluatie van Hermez. Als uitvoerder van Hermez heeft Economische Zaken van de gemeente Amsterdam aan dit verzoek gehoor gegeven. Deze evaluatie vormt een aanvulling op periodieke overzichten die de raad heeft ontvangen over afgeronde projecten, conform de motie Jamari.

1.2        Hermez in het kort

In Hermez wordt een overzicht gegeven van het beleid van Economische Zaken. Het brede scala van beleidsterreinen waarop Economische Zaken van de gemeente Amsterdam actief is, kan worden gegroepeerd rond drie centrale thema’s:

  • versterking van de productiestructuur
  • verbetering van het vestigingsklimaat
  • vergroting van het organiserend vermogen in stad en regio.

In Hermez is voor deze terreinen een analyse van de sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen opgenomen (SWOT-analyse, zie bijlage). Dit heeft geleid tot negen speerpunten voor een nieuw economisch beleidsprogramma.

Speerpunten

Elk speerpunt kent één of meer uit te voeren actiepunten. Deze negen geformuleerde speerpunten zijn:

  • Midden- en kleinbedrijf: een stimulans voor de motor van de economie
  • Kennisinfrastructuur: de kennis beter benut
  • Arbeidsmarkt: de knelpunten bestreden
  • Veiligheid
  • Grootschalige bedrijfslocaties: ruime voor bedrijven en kantoren
  • ‘City Promotion’ en toerisme: Amsterdam presenteert zich
  • Startersbeleid: ruimte voor beginnende ondernemers
  • Bereikbaarheid
  • Relaties met andere overheden

Instrumenten

Voor het uitvoeren van deze actiepunten kent Economische Zaken verschillende beleidsinstrumenten:

  • Visieontwikkeling
  • Informatieverstrekking- en uitwisseling
  • Verbindingen tussen actoren
  • Participatie en interventies in uiteenlopende gremia
  • Promotie
  • Financiële middelen

De eerste vijf beleidsinstrumenten behoren tot het normale ambtelijke en bestuurlijke werk van EZ/gemeente Amsterdam. Voor het zesde beleidsinstrument, de inzet van financiële middelen, is een speciale systematiek in het leven geroepen. Economische Zaken ontwikkelt zelf projecten of zet anderen (gemeentelijke diensten, stadsdelen of partijen buiten de gemeente) er toe aan projecten te ontwikkelen die in het economisch beleid passen. Ook worden projecten direct door initiatiefnemers bij Economische Zaken aangemeld voor een bijdrage. Twee keer per jaar worden deze projecten aan het gemeentebestuur gepresenteerd met daarbij een voorstel per project om er al dan niet een bijdrage aan te verlenen. Dit gebeurt in de zogenoemde Hermez-tranches.

Criteria

Bij de beoordeling van deze projecten speelt een aantal criteria een rol:

  • De individuele projecten dienen een bijdrage te leveren aan één of meer van de in het Hermez benoemde actiepunten.
  • De projecten dienen een bijdrage te leveren aan het impulskarakter van Hermez. Dat wil zeggen dat structurele financiering door Hermez in principe niet mogelijk is.
  • Het project mag niet marktverstorend zijn.
  • De Hermez-bijdrage dekt in het algemeen slechts een deel van de kosten van het project; Hermez gaat uit van cofinanciering.
  • Om voor een bijdrage in aanmerking te komen dient een uitgewerkt projectplan bij de aanvraag te zijn bijgesloten.

Naast deze criteria voor de individuele projecten wordt bij de beoordeling ook gekeken naar het totaal van de projecten: vormen zij een evenwichtige verdeling over de speerpunten en over de stad? Uiteraard kan het beslag op de middelen niet groter zijn dan het bedrag dat voor de tranche beschikbaar is.

Er zijn vier mogelijkheden omtrent de toekenning van projecten:

  • Toekenning voor het volledige aangevraagde bedrag
  • Toekenning voor een gedeelte van het aangevraagde bedrag
  • Plaatsing op de Reservelijst
  • Afwijzing

Projecten, die positief worden gewaardeerd, maar waar nog een onderdeel van moet worden uitgewerkt, worden geplaatst op de zogenoemde Reservelijst. Dit houdt in dat er bij de vaststelling van de tranche een besluit wordt genomen om een bijdrage te verlenen. Voor de vaststelling van de hoogte van de bijdrage zijn nog onvoldoende gegevens bekend. Wanneer dit nader is uitgewerkt wordt volstaan met een lichte procedure: via een B-besluit van het college.

De vaststelling van de tranches en de bijbehorende bijdragen is een bevoegdheid van het college. De uitvoeringstranches worden echter ook op de agenda van de Commissie van Advies geplaatst, om de Gemeenteraad de gelegenheid te geven haar oordeel te geven.

Overzicht projecten naar speerpunt

In totaal zijn er in de beschouwde periode 144 projecten in het kader van Hermez financieel ondersteund. Hiermee is een bedrag gemoeid van ruim 33,6 miljoen euro. In onderstaande figuren is weergegeven hoe deze projecten – qua aantal en omvang – per speerpunt zijn verdeeld.

Figuur 1        Aantal projecten per speerpunt

Figuur 2        Toegekende bedragen per speerpunt

Zoals blijkt uit figuur 1 en 2 is de verdeling van het aantal projecten en het geld niet evenredig per speerpunt. Bij het opstellen van Hermez en de bijbehorende negen speerpunten is het ook niet de bedoeling geweest om een gelijke verdeling per speerpunt na te streven. Niet elk speerpunt vereist immers evenveel aandacht. Daarnaast heeft ook de dynamiek van de economische omgeving invloed gehad op het toekennen van projecten onder diverse speerpunten.

In tabel 1 is – per speerpunt – weergegeven hoeveel projecten zijn ingediend, en welk deel daarvan uiteindelijk is gehonoreerd, afgewezen of op de reservelijst is geplaatst. Het totaal aantal gehonoreerde projecten wijkt af van het eerder vermelde aantal van 144, omdat hier ook zogenaamde ‘doorlopers’ bij zijn meegeteld. Dit betreft projecten waarvan de bijdrage in meer dan één tranche beschikbaar is gesteld. Onder de 144 valt ook programmahandling door EZ en cofinanciering van Europese programma’s (Doelstelling 2 en Urban 2). Dit verklaard het verschil tussen de 115 toegekende Hermez-projecten in onderstaande tabel en de 144 uit de voorgaande figuren.

Tabel 1                Ingediende projecten per speerpunt

In figuur 3 is de ontwikkeling van de ingediende projecten over de tijd (per tranche) weergegeven. Hieruit blijkt dat het aantal aanvragen in de laatste drie tranches beduidend hoger lag dan in de eerste twee.

Figuur 3        Ingediende projecten per tranche


1.3         Opzet van de evaluatie

In deze evaluatie wordt verantwoording afgelegd over wat is bereikt ten aanzien van de uitvoering van Hermez. Daarbij is gekeken naar de ontwikkeling die de Amsterdamse economie èn de zes belangrijkste economische pijlers van de locale economie afzonderlijk, hebben doorgemaakt in deze bestuursperiode (hoofdstuk 2).

Het uitgangspunt voor deze evaluatie is de SWOT-analyse die vier jaar geleden aan de opstelling van Hermez ten grondslag heeft gelegen (zie bijlage). Er is toen een analyse gemaakt van sterktes en zwaktes van èn kansen en bedreigingen voor de Amsterdamse economie. Aan de hand van deskresearch en interviews met een aantal externe stakeholders is nagegaan welke (structurele) veranderingen zich in de Amsterdamse economische situatie hebben voorgedaan en hoe deze kunnen worden verklaard. Kernvraag daarbij is in hoeverre deze veranderingen een gevolg zijn van enerzijds exogene factoren (structurele trends en de invloed van conjuncturele ontwikkelingen) en anderzijds van het Hermez-beleid zoals dat de afgelopen periode is uitgevoerd. Dit zal per speerpunt van Hermez worden uitgewerkt, waarbij dient te worden opgemerkt dat het meten van de effecten van Hermez uitermate lastig is. Daarnaast wordt aan de hand van de in Hermez geformuleerde speerpunten en actiepunten kort aangegeven wat er bereikt is op de verschillende actiepunten. Bij de speerpunten en actiepunten is aangesloten bij de weergave zoals die is opgenomen in de bestuurlijke samenvatting van Hermez (hoofdstuk 3).

Deze evaluatie is tevens bedoeld als vooruitblik naar de komende bestuursperiode: zijn de sterktes, zwaktes, kansen, bedreigingen, speerpunten en actiepunten uit Hermez nog actueel of geeft de huidige positie van de Amsterdamse economie aanleiding om te kiezen voor nieuwe beleidsaccenten? Dit mondt uit in aanbevelingen voor het economische beleid in de toekomst (hoofdstuk 4).

In onderstaand schema is het gehanteerde analysekader – en daarmee ook de leeswijzer voor de rest van dit hoofdstuk – visueel weergegeven.

Schema 1        Analysekader en leeswijzer

        


2.        De huidige economische structuur van Amsterdam

In dit hoofdstuk staat de huidige economische structuur van Amsterdam centraal. De focus is daarbij gericht op de belangrijkste veranderingen die zich – sinds de aanvang van Hermez in 2002 – in de Amsterdamse economische structuur hebben voorgedaan. In aansluiting op de indeling in Hermez wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen productiestructuur, vestigingsklimaat en organiserend vermogen.

2.1        Productiestructuur

De economie van Amsterdam wordt gedragen door vele pijlers. In Hermez worden de volgende zes belangrijkste economische clusters onderscheiden:

  • Financiële en zakelijke dienstverlening
  • Haven en gerelateerde industrie
  • Luchthaven Schiphol
  • ICT en nieuwe media
  • Toerisme en congressen
  • Winkels en kleinschalige bedrijven

In algemene zin is de samenhang tussen de sectoren de afgelopen jaren versterkt. Dit betreft bijvoorbeeld de nauwe relaties tussen Schiphol en de financiële en zakelijke dienstverlening, ICT en de toeristische sector. Ook de industrie en de Amsterdamse haven zijn sterk met elkaar verbonden. Trends als een verdergaande ruimtelijke uitsortering en specialisatie van subregio’s (ruimte-intensieve bedrijvigheid in de regio en concentratie van kennisintensieve activiteiten in de stad) hebben in de achterliggende periode bijgedragen aan het robuuster maken van de Amsterdamse economie.

Hieronder wordt voor de zes afzonderlijke clusters het huidige beeld en de belangrijkste ontwikkelingen in de afgelopen periode nader toegelicht.

Financiële en zakelijke dienstverlening

De financiële en zakelijke dienstverlening zorgen voor het grootste aandeel in de werkgelegenheid (ongeveer éénderde) en zijn hiermee een belangrijke motor van de Amsterdamse economie. De grootste ontwikkelingen van de afgelopen jaren in deze sector zijn:

  • Een verdere groei van de werkgelegenheid in de zakelijke dienstverlening in Amsterdam vanaf 2002.
  • De herstructurering van de financiële sector en daaraan gekoppeld een afname van de werkgelegenheid (zie tabel) in de financiële dienstverlening. Door de opkomst van internetbankieren worden vele bankfilialen gesloten en worden ook andere activiteiten samengevoegd en uitbesteed of verplaatst naar landen als India en China.
  • De werkgelegenheid in de zakelijke dienstverlening trekt sinds de recessie weer aan. De sector was met een groei van bijna 3000 banen verantwoordelijk voor de meeste nieuwe banen in 2004 (t.o.v. 2003). Hiermee compenseert de zakelijke dienstverlening het banenverlies bij financiële instellingen. Achterliggende factoren van deze groei zijn personeelsuitbreidingen en concentratie van grotere bedrijven bij de hoofdvestiging.
  • De opkomst van de Zuidas als (internationale) toplocatie waar de financiële en zakelijke dienstverlening is geconcentreerd. De grootste locatiekwaliteiten van de Zuidas zijn de ligging ten opzichte van zowel Schiphol als de binnenstad van Amsterdam. Er wordt voortdurend hard gewerkt om deze locatie verder uit te breiden en te versterken.

Tabel 1        Werkgelegenheid in de financiële en zakelijke dienstverlening in werkzame personen
(per 1 januari)

Bron:        O+S, Amsterdam in cijfers 2005

Haven en gerelateerde industrie

De haven is in vele opzichten een belangrijke stimulans voor de Amsterdamse economie. De sector is met name belangrijk voor de handel, de (verwerkings)industrie en de distributiesector. Recente veranderingen in de sector zijn:

  • Vanaf 2004 is de goederenoverslag behoorlijk gegroeid. Vooral de ontwikkeling bij de bulkgoederen zoals kolen, ertsen en olieproducten, was gunstig. Naast directe werkgelegenheid leveren de havens ook zeehavengerelateerde banen. De opening van de Ceres-terminal in 2004 zorgt ervoor dat – ondanks flinke aanloopproblemen – de goederenoverslag in de Amsterdamse haven verder kan groeien.
  • De werkgelegenheidsgroei in de sector stagneert. Dit wordt veroorzaakt door een sterke stijging van de arbeidsproductiviteit, voornamelijk in de industrie. De sector groeit wel in termen van toegevoegde waarde, maar slechts beperkt in termen van werkgelegenheid.
  • De maximale diepgang van de vaargeul die vanuit zee toegang biedt tot de Amsterdamse haven, de zogenaamde IJ-geul, is recent vergroot. Hierdoor is de bereikbaarheid van de Amsterdamse haven verbeterd en zijn de vrachtkosten voor de in de haven gevestigde bedrijven aanzienlijk gereduceerd. Dieper liggende schepen kunnen immers meer lading vervoeren.
  • De komst van de passagiersterminal en de sterke groei van de riviercruisevaart over de Rijn zorgen ervoor dat de haven ook belangrijk is geworden voor de toeristenindustrie.

Luchthaven Schiphol

Schiphol is als mainport een belangrijke motor van de regionale en nationale economie en daarmee ook een belangrijke leverancier van (directe en indirecte) werkgelegenheid voor Amsterdam. Relevante ontwikkelingen binnen het cluster luchthaven Schiphol zijn:

  • Schiphol profiteert van het wereldwijde herstel in de luchtvaart met hoge groeicijfers van de productie in 2004 (6%) en naar verwachting in 2005 (4,5%) en 2006 (5%). Zowel het aantal passagiers als het vrachtvervoer neemt toe. In 2004 waren er bijna 58.000 mensen werkzaam op en rond de luchthaven.
  • De beperkte groeimogelijkheden – als gevolg van strenge milieueisen – zetten de mainportstatus van Schiphol in het internationale luchtverkeer onder druk.
  • Het patroon van knooppunten van intercontinentale en regionale verbindingen (hub en spokes) is volop in ontwikkeling in de wereld. De opkomst van ‘point-to-point’ verbindingen vormt een bedreiging voor de internationale hubfunctie van Schiphol.
  • Binnen de luchtvaartsector zijn grote veranderingen gaande. Dit betreft onder andere een toenemende alliantievorming. De fusie van KLM en Air France in 2004 heeft ervoor gezorgd dat Schiphol de snelst groeiende alliantie op wereldschaal in huis heeft gehaald. Hoewel de fusie met Air France ook risico’s inhoudt, biedt het eveneens nieuwe kansen voor de sector.

Figuur 3        Ontwikkeling werkgelegenheid en aantal bedrijfsvestigingen op Schiphol, 2000-2004

Bron:        Overzicht van de werkgelegenheid op Schiphol, Regioplan 2005

ICT en nieuwe media

De gemeente Amsterdam wil een aantrekkelijke stad zijn voor bedrijven in het cluster ICT en nieuwe media. In deze sector heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan:

  • De sector laat – na enige slechte jaren – sinds 2003 weer een positief beeld zien. Steeds minder bedrijven hebben een vacaturestop en in 2003 nam voor het eerst sinds 2001 het aantal banen in de ICT sector weer toe (zie figuur 4).
  • De aanwezigheid van Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX), de levendige binnenstad als inspiratiebron, het internationale klimaat en het multidisciplinaire karakter van de stad zijn van groot belang voor de ontwikkeling van het cluster ICT en nieuwe media.
  • De opkomst van de creatieve industrie heeft grote invloed op het cluster. Eind jaren negentig en begin van deze eeuw is de creatieve industrie snel gegroeid in termen van werkgelegenheid en toegevoegde waarde. Binnen Nederland is Amsterdam het belangrijkste centrum van de creatieve bedrijvigheid, met sterke concentraties in Amsterdam Centrum en Oud Zuid.
  • Het belang van ICT voor andere sectoren neemt steeds meer toe. Voorbeelden hiervan zijn de biotechnologie, life sciences, nieuwe media en de creatieve industrie.

Figuur 4        Vestigingen en werkgelegenheid in de ICT sector, 2000 – 2005

Bron:        O+S

Toerisme en congreswezen

De toeristenindustrie en het congreswezen zijn belangrijke pijlers voor de Amsterdamse economie. Deze industrie bepaalt ook voor een belangrijk deel het internationale imago van Amsterdam. Relevante veranderingen in deze sector zijn:

Join now!
  • Met het herstel van de toeristische sector in 2004 is een einde gekomen aan de dip die ontstond na 11 september 2001, de oorlog in Irak en de SARS-epidemie.
  • De stijging van het toeristische bezoek in 2004 werd voornamelijk veroorzaakt door stedentrips van Amerikanen en Japanners. De opkomst van toeristen uit China en de rest van Azië geeft een nieuwe impuls aan de Amsterdamse toeristensector.
  • Amsterdam heeft de laatste jaren aanzienlijk meer concurrentie gekregen als het gaat om het trekken van buitenlandse bezoekers, met als gevolg een terugval op de Europese en internationale ranglijsten. Steden als Barcelona, ...

This is a preview of the whole essay