Moet er nog geweld zijn? Een literatuurstudie naar de rol van mediageweld in het gedragspatroon van kinderen.

Authors Avatar

 Encyclopedie van de Communicatiewetenschap – S. Van Bauwel – R. Vande Winkel

Academiejaar 2008-2009

Taak 2:

ACADEMISCHE PAPER

TITEL: ‘Moet er nog geweld zijn?’ Een literatuurstudie naar de rol van mediageweld in het gedragspatroon van kinderen.

FAMILIENAAM: Blanchaert

VOORNAAM: Simon

STUDENTEN-NR: 00803035

‘Moet er nog geweld zijn?’ Een literatuurstudie naar de rol van mediageweld in het gedragspatroon van kinderen.

Inhoudstabel

1 Abstract        p. 3

2 Inleiding         p. 4

3 Begrip ‘Geweld’        p. 4

3.1 Omschrijving         p. 4

3.2 Soorten geweld         p. 5

4 Soorten theorieën         p. 6

4.1 Stimulatietheorieën        p. 6

4.2 Reductietheorieën        p. 7

4.3 ‘Geen effect’-theorieën         p. 8

5 Andere factoren         p. 8

5.1 Geslacht         p. 8

5.2 Leeftijd         p. 9

5.3 Omgevingsfactoren         p. 9

6 Risico’s van mediageweld         p. 10

6.1 Emotionele effecten        p. 10

6.2 Cognitieve effecten        p. 11

6.3 Gedragseffecten        p. 11

7 Standpunt van de opvoeder        p. 12

8 Besluit        p. 13

Literatuurlijst        p. 14

1 Abstract

In onze huidige maatschappij kunnen we kinderen net zoals volwassenen als ‘mediaconsumenten’ beschouwen. Tijden waarin televisie en internet onmisbaar zijn, doen ons echter ook nadenken over de rol van dergelijke media in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Er kan terecht worden vastgesteld dat kinderen sedert de opmars van gewelddadige videogames (jaren ’90) nooit eerder een groter agressief media-aanbod voorgeschoteld krijgen dan nu. Daarom lijkt het ons interessant om te onderzoeken in welke mate mediageweld zich effectief zal manifesteren in het gedragspatroon van kinderen.

In deze paper wordt er in eerste instantie stilgestaan bij het veelzijdig karakter van de term ‘geweld’ en hoe dit op verschillende wijze kan verschijnen in diverse soorten media. Vervolgens wordt er aan de hand van zowel reductie –als stimulatietheorieën aangetoond dat de reactie van kinderen bij het waarnemen van mediageweld nog steeds een discussiepunt blijft. Het naast elkaar leggen van deze theorieën zorgt ervoor dat we inzicht krijgen in de vele richtingen waarin het gedrag van een kind kan uitgaan.

Verder wordt ook aangetoond hoe relatief veralgemeningen zijn binnen dit onderwerp, rekening houdende met het feit dat ieder kind een uniek wezen is. Uit deze gedachte groeit het vermoeden dat er, afgezien van het mediageweld, ook andere factoren zijn die het gedrag van het kind zullen beïnvloeden. Bijgevolg onderzoeken we deze factoren en bepalen we in welke mate ze belangrijk zijn voor de houding van het kind ten opzichte van mediageweld.

Tenslotte blijkt het ook interessant te zijn om na te gaan welke risico’s er verbonden zijn aan de blootstelling aan geweld in de media en hoe men hier als buitenstaander (vb. als ouder) mee kan omgaan.

Het thema jongeren en mediageweld wordt in deze paper belicht vanuit een neutraal standpunt in de hoop de lezer attent te maken op het tegenstrijdige karakter van de uiteenlopende meningen die reeds werden geformuleerd rond dit onderwerp.

2 Inleiding

“The only people who dispute the connection between smoking and cancer are people in the tobacco industry. And the only people who dispute the TV and violence connection are people in the entertainment industry.”(Eron, 1960)

Dergelijke uitspraken willen ons duidelijk maken dat geweld alom tegenwoordig is in allerlei mediavormen. Naast gewelddadige beelden in het journaal krijgen ook steeds meer films en videogames een destructief karakter. Het huidige media-aanbod valt zodoende niet meer te vergelijken met de media die kinderen 30 jaar geleden voorgeschoteld kregen. De hardware (vb. televisie) waren er toen ook al, maar het is vooral de inhoud van het media-aanbod die een ware evolutie onderging.

Anderson, Gentile en Buckley (2007, p. 5) stelden vast dat media-aanbieders in de late jaren ’80 op zoek gingen naar factoren die kinderen gingen aantrekken in diverse media. Al snel kwamen ze tot de conclusie dat de aanwezigheid van een zekere graad van geweld in een product de oorzaak was van betere verkoopcijfers. Het gevolg hiervan was de massale ontwikkeling van gewelddadige films en videogames. Het spreekt voor zich dat media-aanbieders, gezien louter vanuit een economisch standpunt, niet stilstaan bij de rol van dergelijk mediageweld in het gedragspatroon van kinderen.

Toch lijkt het ons interessant om de diverse theorieën rond dit onderwerp met elkaar te vergelijken en zodoende de zaken te bekijken vanuit een meer humanistisch standpunt.

3 Begrip ‘geweld’

3.1 Omschrijving

Alvorens in te gaan op de rol van mediageweld in het gedragspatroon van kinderen, moeten we stilstaan bij het feit dat ‘geweld’ moeilijk éénduidig te omschrijven is. Doorheen de jaren ontstond er een controverse rond dit begrip die zorgde voor een verscheidenheid aan interpretaties.

Toch waren er ook formuleringen die net iets meer wortels in de grond hadden dan andere. Bijvoorbeeld Gerbner (1979) formuleerde het begrip als volgt:

“The overt expression of physical force, with or without a weapon, against self or other or compelling action against one’s will on pain of being hurt or killed, or actually killing or hurting.”

Join now!

Vele (Amerikaanse) wetenschappers gebruikten deze formulering als basis voor hun onderzoeken. Toch werd later aangetoond dat de interpretatie van Gerbner ook tekortkomingen had. Van der Voort (Geciteerd in: Nikken, 2007, p. 14) ging uit van een andere interpretatie:

“Geweld is agressief gedrag waarmee willens en wetens getracht wordt schade toe te brengen aan anderen of aan zaken die van anderen zijn. De agressie kan zowel fysiek als niet-fysiek van aard zijn, indirect geuit worden waarbij het slachtoffer afwezig is of direct op een aanwezig iemand gericht zijn, en zowel als middel worden ingezet om iets te bereiken, als ...

This is a preview of the whole essay